De hel genaamd de Oxerhof /

Museum De Waag

Door: Kaylee Kievietsbosch, student Hogeschool Saxion

Op een mooie maar afgelegen plek in de buurt van Deventer ligt landgoed de Oxerhof. Deze nu vredige plek heeft echter een duistere geschiedenis. Men noemde het ‘de hel genaamd de Oxerhof’.

Hoewel het landgoed nu vlakbij Deventer ligt, was het toen een heel afgelegen plek. Naast het huis op het landgoed stond een barak, een soort schoolbarak. In 1943 kregen Duitse soldaten hier les in morse seinen en opnemen. Mensen werden opgeleid tot telegrafisten. Telegrafie via morse was toen een belangrijke vorm van communiceren.

In 1944 legde de Sicherheitsdienst (SD) uit Den Haag beslag op landgoed de Oxerhof. De bewoners, de familie D. Bolderheij, moest vertrekken. Het hele landgoed werd omheind en bewaakt door bewakers met honden. ‘Het was allemaal van de SS, pottenkijkers waren niet welkom’, vertelt Huub van Sabben. Hij schreef een boek over de Oxerhof: Spionage, arrestatie en moord aan de IJssel. ‘Op borden stond, dat je werd beschoten als je het terrein zou betreden. Ze zeiden dat het een soort ziekenhuis was, een herstellingsoord voor gewonde SS-soldaten. Dat was een fabeltje. Het geheim daarachter was dat er een spionnenschool zat.’

De spionnenschool op de Oxerhof was een dependance van de hoofdvestiging in Den Haag. Die werd in 1944 ontruimd. In juni 1944 trok ook de spionnenschool van de Oxerhof weg en kwam het wagenpark van de Sicherheitsdienst daar op het terrein. Deventer had een eigen commando, een eigen polizei van de Sicherheitsdienst gekregen. ‘Zij maakten nogal wat arrestanten en die konden ze niet kwijt. Toen kregen ze toestemming om de barak als gevangenis te gebruiken. Deze ging half november 1944 open’, aldus Huub van Sabben.

“…Als ik mensen spreek die hier in die tijd waren, krijgen zij nog tranen in hun ogen, zo gruwelijk was het…

Dat hele gevangenisgebeuren heeft alles bij elkaar vier maanden/135 dagen geduurd. Dat is kort, maar het onderzoek van Huub toont aan, dat er in die tijd zo’n 200 mensen gevangen gezeten hebben, van wie de helft het niet heeft overleefd. Toen de Canadezen in opmars waren, lieten de Duitsers een aantal gevangen vrij, maar voor tien gevangenen liep het gruwelijk af. Zij werden vlak voor de bevrijding op een schrikbarend brute manier vermoord en begraven in een massagraf. Toen de Canadezen bij het landgoed aankwamen, wisten ze niet wat ze zagen. ‘Als ik mensen spreek die hier in die tijd waren, krijgen zij nog tranen in hun ogen, zo gruwelijk was het’, vertelt Huub duidelijk aangedaan.

Huub vertelt verder: ‘Op het moment dat de Canadezen op de Oxerhof kwamen, was Deventer nog bezet, dat zorgde voor veel chaos. Het is ook een van de redenen, dat er nooit uitgebreid onderzoek is gedaan naar de daders’. De moordenaars zijn wel gearresteerd, maar er is geen wettelijk en overtuigend bewijs geleverd, dus kwamen zij er met een heel lichte straf of zonder straf vanaf. Er is dus nooit gerechtigheid gekomen voor de slachtoffers van de Oxerhof.

Lees ook: Sam Noach, de man die niet verdwijnen kon…