Skip to main content
Gedenkbord ter opening van de Muntentoren op 8 maart 1952 door Zandvliet
Online

Het kunstklimaat in naoorlogs Deventer

'Niet lullen maar poetsen'

In het naoorlogse Nederland gold het credo 'Niet lullen maar poetsen'. Dat gold zeker voor Deventer. Hele wijken lagen in puin. De ‘Deventer Drie’: Hein Balsink, Piet Flint en Bernard Gerritsen domineerden het enigszins behoudende kunstlandschap. In de jaren vijftig zorgde de opening van de Muntentoren als expositieruimte en de oprichting van de Stichting Deventer Culturele Gemeenschap voor een professionalisering van het cultuuraanbod.

Het Bergkerkplein te Deventer door Hein Balsink 1950 (Collectie Museum De Waag)
Het Bergkerkplein te Deventer door Hein Balsink, 1950 (Collectie Museum De Waag)

‘De Muntentoren’ werd na de Tweede Wereldoorlog van de sloop gered en gerestaureerd. Vanaf 1951 was dit gebouw geschikt als tentoonstellingsruimte. Van 1952 tot 1965 organiseerde Gerhard Lugard hier exposities, concerten en lezingen. Lugard zette zich verder in voor groei van Deventer culturele leven. Dankzij de Lugardstichting ontstaan in de jaren vijftig de eerste ateliers in Deventer. Opkomende kunstenaars Jo Pessink en Willy Zandvliet maakten als eersten gebruik van deze ateliers.

Gedenkbord ter opening van de Muntentoren op 8 maart 1952 door Zandvliet (Collectie Museum De Waag)

Om kunstenaars maatschappelijke zelfstandigheid te bieden, werd in 1956 landelijk de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) ingevoerd. Willy Zandvliet was de eerst bekende Deventer kunstenaar die hier aanspraak op maakte. Een commissie beoordeelde de ingezonden kunstwerken. Zeker in de beginjaren kende de regeling een strenge selectie, maar bood het kansen voor kunstenaars om opdrachten te verwerven.