Het waaggebouw was eigendom van de stad en deze gebruikte het dan ook naar behoefte. Het gebouw vormde een centrum voor brandbestrijding. Hier werden blusmaterialen zoals emmers, ladders en brandhaken opgeslagen en er stonden in de 17e eeuw, net als op andere plekken in de stad, grote versleepbare bakken met bluswater voor het gebouw. Ook de lantaarnopstekers maakten gebruik van het gebouw. Deventer kreeg in het begin van de 18e eeuw openbare straatverlichting. In De Waag was ‘de wacht van de lantaarnopstekers’ te vinden. Ook was een lampenkamertje aanwezig om de lampen in op te bergen. In 1836 telde de stadsverlichting al 152 lantaarns.
In 1861 adviseerde de Kamer van Koophandel om het wegen van de waag naar de Welle bij de kraan te verplaatsen. In 1863 verdween de weegfunctie na 335 jaar uit de waag. Het gebouw kwam toen beschikbaar voor opleidingen van het Nut. Het Departement Deventer van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen had de gemeenteraad eerder gevraagd om het gehele waaggebouw te gebruiken voor de school. Dit werd in 1863 werkelijkheid en de eerste opleidingen werden in het gebouw gegeven, waarvan de Tekenschool de bekendste was.