Toen de dreiging van Duitsland eind jaren dertig toenam werden allerlei maatregelen genomen om het land te verdedigen. Deventer had een strategische ligging in de IJssellinie, die van Kampen tot Westervoort liep. In de stad werden extra maatregelen genomen om de eventuele Duitse inval tegen te houden. Bij de spoorbrug werden twee kazematten, relatief kleine bunkers, gebouwd en extra militairen geplaatst die de spoorlijn bewaakten. Ook op de Worp werd een kazemat gebouwd. Hier werden ook meer troepen gelegerd en mijnenvelden gelegd. Deze maatregelen zorgden voor het herstel van de IJssellinie. Dit herstel bleek terecht want het nationaalsocialistische regime had Deventer als een van de speerpunten aangewezen voor de inval in Nederland.

Op 10 mei 1940 startte de Duitse inval in Deventer. Om de aanvallers tegen te houden werden diverse bouwwerken vernietigd. De benzinedepots waren als eerste aan de beurt. Vervolgens werd de draaibrug bij de Snipperling uitgedraaid en later vernield. De spoorbrug werd opgeblazen zodat de Duitse trein niet kon doorrijden. Ook de Schipbrug werd vernield. Deze vernielingen belemmerden de Duitse opmars. In Deventer bleef de IJssellinie intact. In Zutphen lukte het de Duitsers wel de IJssel over te steken. Na het doorbreken van de linie werd besloten de gevechten rond Deventer op 11 mei te staken. Op 14 mei capituleerde Nederland en begon de Duitse bezetting, ook in Deventer.